Gedichten Tusken Lân en Wetter

Tijdens het Proef de Kunst weekend worden de Friese gedichten van Janna van der Honing tentoongesteld aan het Lange Eind. Deze gedichten zijn geïnspireerd op schilderijen van de Friese landschappen van kunstenaar Jentsje Popma.

Onderstaand de Friese gedichten in de Nederlandse vertaling.


Tussen land en water

Geïnspireerd op de werken: “West”, “Einde van de Slachtedyk” en “Oost” van kunstenaar Jentsje Popma.

Niemand weet dat ik hier sta, tussen land en water
de zeedijk verbindt mij nog, met jou en toen en later.
Niemand ziet mijn tranen, na elk afscheid van jou,
niemand ziet de beelden van ons, maar ik draag ze altijd mee.

Liefste, mijn liefste, het is nog niet te laat,
ik wil hier lopen, met jou, maar dat kan nu nog niet.

Niemand weet waar ik was en waarom ik hier nu ben,
niemand hoort de woorden die ik zing nu ik hier loop.
Niemand weet dat ik hier sta, tussen land en water
en dat ik droom van ons en van: “Straks wordt het beter…”

Liefste, mijn liefste, het is nog niet te laat,
ik wil hier lopen, met jou, maar dat kan nu nog niet.

Niemand ziet mijn tranen, na elk afscheid van jou.
Niemand ziet de beelden, die ik zie van jou en mij.
Niemand weet dat ik hier sta, tussen land en water
en dat ik van ons droom en van: “Ooit wordt het beter…”

Liefste, mijn liefste, het is nog niet te laat,
ik wil hier lopen, met jou, maar dat kan nu nog niet.
Liefste mijn liefste, nee het is niet te laat,
straks zal ik blijven, maar dat kan nu nog niet.

Waterland

Geïnspireerd op het schilderij: “Rechthoekig productielandschap met koolzaad” van kunstenaar Jentsje Popma.

Er was eens een land,
een land waar het getij twee keer daags de baas was.
Een ruig en onontgonnen land, 
met hier en daar een terp en uitzicht op het Wad.

Zee en wind,
lang geleden:
in Waterland,
Waterland.

Ooit ging de zeedijk dicht,
het Wad raakte steeds meer uit zicht.
Vruchtbare grond,
werd generaties langs bewerkt en doorgegeven.

Zee en wind,
lang geleden:
in Waterland,
Waterland.

Het waterland werd langzaam droog,
het landschap werd steeds minder ruig.
Het water van het weidse Wad,
maakte plaats voor rechte weilanden
en kleurrijke vlakken.

Zee en wind,
lang geleden:
in Waterland,
Waterland.

Vandaag de dag
werken mensen hier samen, ze zoeken een weg,
hoe in Fryslân weer ruimte kan komen voor:

Zee en wind,
lang geleden:
in Waterland,
Waterland.


Laat mijn hart heel

Geïnspireerd op het schilderij “Bij de gratie van de zeedijk” van kunstenaar Jentsje Popma.

Laat mijn hart heel,
het viel zo vaak.
Laat mijn hart heel,
laat mijn hart heel.

Blijf bij mij,
wees mijn eeuwige.
Laat mijn hart heel,
het brak zo vaak.

Laat mijn hart heel,
laat mijn hart heel.
Ik vraag je:
laat mijn hart heel,
dan blijf ik bij jou.

Opdat de gratie van liefde,
ons beschermen zal.
Laat mijn hart heel,
laat mijn hart heel.
Als het tij ons te hoog wordt,
dan bouwen wij,
aan onze liefdeszeedijk.
Laat mijn hart heel.

Beloof mij,
als het weer breekt:
maak dan heel,
wat gebroken is.
Verstevig,
verhoog,
bescherm mij,
bescherm ons

Laat mijn hart heel.
Laat mijn hart heel.
Ik vraag je:
laat mijn hart heel

Laat mijn hart heel.
Laat mijn hart heel.
Ik smeek je,
laat mijn hart heel.
Mijn kwetsbare hart,
mijn ruime hart.
Mijn hart vol liefde,
voor jou.

Laat mijn hart heel.
Laat mijn hart heel, laat mijn hart heel.
Laat mijn hart…

Alle tijd

Geïnspireerd op het schilderij “Man in grijs” van kunstenaar Jentsje Popma.

In de auto rijd ik naar een dorpje,
verlaat de drukke stad.
Ik rijd door de bossen en langs velden,
ik ben nog maar net uit bed,
het voelt net of heb ik alle tijd.

Op het land zie ik een groep mannen,
ze bewerken daar de grond.
Bij elke meter die ze afleggen,
komen ze dichter bij de avond.
Maar het is net of is hier alle tijd.

Op de stoep zit een lief klein meisje,
met vlechten in haar haar.
Ze praat met de poppen en haar hondje,
ze is nog maar vijf jaar.
Het is net of heeft ze alle tijd.

Op de buurt staan wat jongeren,
ze praten honderduit.
Zijn ze voor het eerst verliefd?
Ze verdwijnen uit de spiegel via mijn achterruit,
het is net of hebben ze alle tijd.

In zijn huis zie ik een oude man,
hij staart wat voor zich uit.
Denkt hij aan de vrouw die hij zo lief had
en aan haar laatste kus?
Was het net of hadden ze alle tijd?
Was het net of hadden ze alle tijd?


De wolk die boven de dijk verscheen

Geïnspireerd op het schilderij “De wolk die boven de dijk verscheen” van kunstenaar Jentsje Popma.

Een zonnige dag,
zomaar onderweg.
Ik zocht jou niet, 
maar jij vond mij.

Hoe lang was jij daar al?
Waar kwam jij vandaan?
Hoe kwam jij op mijn pad?

Geef mij tijd,
dan kan ik,
jouw magische verschijning,
vangen op mijn canvas.

Jouw ronde vormen,
weerspiegelen,
zo mooi in het blauw van de sloot.

Je spreekt tot de verbeelding,
jij inspireert,
ga niet weg,
blijf hier met mij.

Geef mij tijd,
dan kan ik,
jouw magische verschijning,
vangen op mijn canvas.

Geef mij tijd,
dan kan ik,
jouw magische verschijning,
vangen op mijn canvas.

Jij kleurt het leven.
Je bent goddelijk.
Jij bent goed.

Over een tijdje,
ben je weer weg,
verdampt,
in een blauwe achtergrond.

Geef mij tijd,
dan kan ik,
jouw magische verschijning,
vangen op mijn canvas.
Geef mij tijd,
dan kan ik,
jouw magische verschijning,
vangen op mijn canvas.


Het leven is een wonder

Geïnspireerd op het schilderij “Het Wad met kreek en zeester” van kunstenaar Jentsje Popma.

Hoe de aarde ontstond.
Hoe het leven daar ineens was.
En al die dieren en planten om ons heen
en dat we onder dezelfde zon mogen leven.

Het leven is een wonder,
ik beleef het met jou,
kom maar dichterbij.

En dan de vreugde van het eerste vuur.
En hoe de mens over de aarde heeft gezworven.
Hoe het water, de lucht en de zon,
ons alsmaar geven wat wij nodig hebben.

Het leven is een wonder,
ik beleef het met jou,
kom maar dichterbij.

Hoe wij liefhebben elke dag.

Hoe we soms vergeten: dit gaat allemaal voorbij.
Hoe wij elkaar op ons levenspad hebben ontmoet,
hoe we elkaar eeuwige liefde beloofden bij het Wad.

Het leven is een wonder,
ik beleef het met jou,
kom maar dichterbij.

Verlangen naar het licht

Geïnspireerd op het schilderij “De vlucht naar het licht” van kunstenaar Jentsje Popma.

Onverklaarbaar,
onverwacht,
van het duister,
naar het licht.

Het leek alsof het geluk oneindig was,
maar je vluchtte zonder afscheid te nemen,
zonder afscheid.

Had je geen woorden meer, geen doel?
Was er geen toekomst meer bij ons?
Wij dachten dat geluk oneindig was,
maar je vluchtte zonder afscheid te nemen,
zonder afscheid.

Niemand zag,
niemand had het opgemerkt.
Niemand wist van jouw verlangen naar het licht.
Niemand zag,
niemand had het opgemerkt.
Niemand wist van jouw verlangen naar het licht.

Heb je in eenzaamheid geleefd?
Was de duisternis te donker?
Wij dachten dat geluk oneindig was,
maar je vluchtte zonder afscheid te nemen,
zonder afscheid.

Niemand zag,
niemand had het opgemerkt.
Niemand wist van jouw verlangen naar het licht.
Niemand zag,
niemand had het opgemerkt.
Niemand wist van jouw verlangen naar het licht.

Onverklaarbaar,
onverwacht,
van de duisternis,
naar het licht.           


Winterdag

Geïnspireerd op het schilderij “Buitendijk met sneeuw” van kunstenaar Jentsje Popma.

De koude nacht glijdt langzaam voorbij.
Ik lig hier maar te draaien,
wakker na een droom over jou.
Ik sta op, de wereld is wit.

Ik hoor het kraaien van de haan,
ook deze keer ben ik hem voor.
Op zolder zoek ik de foto’s,
van ons op schaatsen, bij elkaar.
Jij en ik, vereeuwigd.

Winterdag, ik denk opnieuw:
wat zou er gebeuren,
was jij mijn liefste, weer dicht bij mij?

Halverwege de middag,
de lucht wordt langzaam grijs.
Ik zie ons nog samen schaatsen:
we maken sporen op het ijs.
Gure wind kwam op ons pad.

Binnenkort komt de zon
en als dan de sneeuw verdwenen is,
smelten ook de beelden in mijn hoofd.
Wat overblijft is dat ik je mis.
Wat overblijft is dat ik je mis.

Winterdag, ik denk opnieuw:
wat zou er gebeuren,
was jij mijn liefste, weer dicht bij mij?

Ons fietspad

Geïnspireerd op het schilderij “Fietspad” van kunstenaar Jentsje Popma.

Ik fiets een eindje, de trappers gaan rond,
om mij heen zie ik bekend terrein.

In gedachten rijd ik over ons fietspad,
samen, samen met jou.

Ik hoor je naam, door het ruisen van de wind,
fietsen wij ooit nog eens samen misschien?

In gedachten rijd ik over ons fietspad
samen, samen met jou.

Onderweg een stukje brood met kaas,
ik eet in mijn eentje en ik raak wat van de wijs.

In gedachten rijd ik over ons fietspad,
samen, samen met jou.

Verderop zijn velden van goud,
net als in het liedje, dat mij een gevoel
van verlangen geeft.

In gedachten rijd ik over ons fietspad,
samen, samen met jou.
In gedachten rijd ik over ons fietspad,
samen, samen met jou.
In gedachten rijd ik over ons fietspad,
samen, samen met jou.


Leef, kom tot bloei!

Geïnspireerd op het schilderij “Wad met Zeester” van kunstenaar Jentsje Popma.

Pijn van de wereld op je schouders?
Jouw plek nog steeds niet gevonden?
Wonden, nog altijd open?
De kracht, jou niet gegeven?

Drijf maar,
over het zoute water.
Zoek,
vind jouw grond.
Spoel aan,
wortel maar aan het water.
Leef,
kom tot bloei.

Duizenden gedachten?
Maar geen moed iets te doen?
Hopen dat het beter wordt, 
maar het duurt zo lang!

Drijf maar,
over het zoute water.
Zoek,
vind jouw grond.
Spoel aan,
wortel maar aan het water.
Leef,
kom tot bloei.

Is het te onstuimig,
ik laat je niet alleen.
Als jij je plek niet kunt vinden,
dan neem ik je mee.
We drijven samen ergens naartoe
en zullen ons plekje wel vinden.
Ons Friese land is groot genoeg,
we zullen hier of daar wel wortelen.

Drijf maar,
over het zoute water.
Zoek,
vind jouw grond.
Spoel aan,
wortel maar aan het water.
Leef,
kom tot bloei.